afl. van koomen (Mnl. coman, comen), een verkorting van koopman, als homan voor hoofdman. Koomenij is dus koopmanschap ; het volk sprak van koomenijswinkel (eig. een pleonasme) en daar men het grondwoord niet meer verstond, maakte men er van: kom-en-eisch-winkel, zooals nog vaak in advertenties voorkomt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.