Gepubliceerd op 20-07-2020

K o o m e n ij

betekenis & definitie

afl. van koomen (Mnl. coman, comen), een verkorting van koopman, als homan voor hoofdman. Koomenij is dus koopmanschap ; het volk sprak van koomenijswinkel (eig. een pleonasme) en daar men het grondwoord niet meer verstond, maakte men er van: kom-en-eisch-winkel, zooals nog vaak in advertenties voorkomt.