Gepubliceerd op 20-07-2020

Hel, helder

betekenis & definitie

vermoedelijk van den wt. hal = luid klinken, roepen (zie halen); hel werd dan ook oorspr. alleen van geluiden gezegd, later ook van het licht. Helder is een afl. met re (eig. dus helre, heller), maar er werd voor de uitspraak gemakkelijkshalve een d ingelascht: vgl. mulder voor muller; vilder voor viller.