Definities van Keur van Nederlandsche woordafleidingen in de Ensie S
- Sperren, versperren
- Sperwer
- Speuren
- Spieden, bespieden
- Spiegel
- Spier
- Spijker
- Spijs
- Spijt
- Spikkel
- Spil
- Spinnen
- Spit
- Spits
- Spitsboef
- Spleet
- Spoeden
- Spoelen
- Sponde
- Spons
- Spoor
- Sport
- Sprank
- Spreeuw
- Sprenkelen
- Spreuk, sprook, spraak
- Spriet
- Springen
- Sproeien
- Staaf, staf
- Staak
- Staal
- Staan
- Stad
- Stade
- Stadig
- Staken
- Stal
- Stam
- Stamelen, stameren
- Stampen
- Standje
- Stang
- Stappen
- Staren
- Steeds
- Steeg; steg
- Steiger
- Steil
- Stek
- Steken
- Stellen
- Stelpen
- Stempel
- Stengel
- Sterk
- Steunen, stenen
- Stevig
- Stichten
- Stijf
- Stijgen
- Stikken
- Stil
- Stipt
- Stoel
- Stoep
- Stof
- Stok
- Stoken
- Stollen
- Stolp
- Stom
- Stompen
- Stond(e)
- Stoof
- Stooten
- Stoppel
- Stoppen
- Storm
- Stotteren
- Strak
- Stram
- Streek
- Strekken
- Streng
- Strijken
- Strik
- Strikt
- Stroef
- Strooien
- Stroom
- Stroop
- Stroopen
- Stuiven
- Stulp
- Sturen
- Stuursch
- Stuwen
- Sukkelen