Definities van Keur van Nederlandsche woordafleidingen in de Ensie O
- Ochtend, Uchtend
- October
- Oefenen
- Oever
- Offeren
- Oir
- Okkernoot
- Okshoofd
- Omtrent
- Omver
- On-
- Onbeschoft
- Onbesuisd
- Onder
- Onderdaan
- Onderhavig, onderhevig
- Onderhoorig
- Onderling
- Ondernemen
- Onderzaat
- Ongansch
- Ongeveer
- Onguur
- Onnoozel
- Ons
- Onstuimig
- Ont-
- Onverlaat
- Oogst
- Ooievaar
- Ooit
- Ook
- Oor-
- Oord
- Oorlam
- Oosten
- Ootmoed
- Opdoemen
- Openbaar
- Opgetogen
- Ophemelen
- Opperen
- Oproer
- Orang-oetan
- Oranje (het Vorstenhuis)
- Oranje (kleur)
- Oranje (vrucht en boom)
- Orde
- Orgel
- Orkaan
- Orkest
- Oud
- Oudroest
- Overbodig
- Overlijden
- Overtollig