Definities van Keur van Nederlandsche woordafleidingen in de Ensie H
- Haag
- Hal
- Halen
- Halm
- Hamer
- Hand
- Hangmat
- Hanteeren
- Hard
- Haring
- Hebben
- Heden
- Heem
- Heer
- Heer (heir, leger)
- Heet
- Heffen
- Heftig
- Heide
- Heil
- Heimelijk
- Heinde
- Hekel
- Heks
- Hel
- Hel, helder
- Helen
- Hemd
- Hemel
- Hengel
- Herberg
- Herder
- Herfst
- Hermelijn
- Hersenen
- Hertog
- Heug
- Heul (heulsap)
- Heul (wetering)
- Heulen
- Heusch
- Heuvel
- Hevig
- Hinder
- Hoed
- Hok
- Holsblok
- Honderd
- Hooi
- Hoon
- Hooren
- Hoorn
- Hoovaardig
- Hopman
- Horde
- Hou
- Houden
- Huid
- Huidig
- Hulde
- Hune”- of hunnebed
- Hutsen, hotsen
- Huwen