Definities van Keur van Nederlandsche woordafleidingen in de Ensie G
- Gaaf
- Gaard
- Gaarne
- Gade
- Gal
- Galg
- Galm
- Gannef
- Gansch
- Garf
- Gast
- Gauwdief
- Gebaar
- Gebeuren
- Gedaante
- Geel
- Geen
- Geeren
- Geeuwen
- Geheim
- Gehengen
- Gehucht
- Geld
- Gelijk
- Gelooven
- Gemaal
- Gemak
- Gemeen
- Gemelijk
- Gemet
- Gemoed
- Genade
- Generen
- Genieten
- Genoeg
- Geraamte
- Gereed
- Gerucht
- Geschieden
- Geslacht
- Gespuis
- Gestadig
- Gestalte
- Gevaar
- Gevaarte
- Gewaad
- Gewaarworden
- Gewag
- Geweer
- Gewei
- Geweld
- Gewest
- Geweten
- Gewis
- Gewoon
- Gewrocht
- Gezag
- Gezant
- Gezel
- Gezin
- Gezindte
- Gezond
- Gezwind
- Gierig
- Gilde
- Gillen
- Ginder
- Gispen
- Gist
- Glad
- Gloeien
- God
- Goed
- Goedertieren
- Gorden, gordel
- Gort
- Goud
- Graan
- Grabbelen
- Gracht
- Gram
- Grasduinen
- Grauw
- Greb
- Grief
- Griffel
- Grind
- Groeien
- Grot
- Gruwen, gruwel