Gepubliceerd op 20-07-2020

Eeuw

betekenis & definitie

Dit woord bet. thans bij ons een tijdperk van ioo jaar. (De Duitschers missen zulk een woord en zeggen maar „Jahrhundert” = jaarhonderd.) Doch oorspr. bet. eeuw', een niet-eindigend tijdperk, zooals ons eeuwig en eeuwigheid nog aanduiden. De wortel is nog niet gevonden, doch moet wel bestaan hebben; immers ook het Grieksch kent ongeveer hetzelfde woord voor eeuw, n.l. aioon. Men brengt er ook ee = wet (zie echt) mee in verband, als: de gewoonte, die eeuwig van kracht is. Vgl. ’t Mnl.: „Na der ouden ee.” „O Emanuel, onse leitsman ende onse ewe-ghever” (= wetgever). Vgl. ook het Hgd. je (vroeger ie) — te allen tijde; Got. iew = eeuwige tijd.