van den Germ. wt. ang (ook in eng en bang voorkomende) en die zelf weer verwant is met het Idg. angh = nauw, beklemd. De st is het achtervoegsel bij ’t w.w. angen (— benauwen, kwellen); vgl.: „Wat doodsgevaar mij dreef en angde.”Hiervan het w.w. beangen: „Hij sucht, hij quijnt, hij wordt beangt’, later tot bangen samengetrokken: „Wat is daer voor een beest, die u, mijn siel! doet banghen ?” Hiervan het bijv. nw. bang.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk