saccharícolus (-a, -um), - van Sacchărum, plantengesl. (Graminĕae), waartoe o.a. het suikerriet behoort; cŏlĕre, wonen, bewonen: op Sacchărum (suikerriet) wonend, dwz. daarop parasiteerend.
saccharifer /
Gepubliceerd op 07-05-2018
betekenis & definitie
saccharícolus (-a, -um), - van Sacchărum, plantengesl. (Graminĕae), waartoe o.a. het suikerriet behoort; cŏlĕre, wonen, bewonen: op Sacchărum (suikerriet) wonend, dwz. daarop parasiteerend.
saccharifer /
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: