Salomon Garf geb. Amsterdam 6 december 1879, overl. Auschwitz, ca. 27 augustus 1943.
Woonde en werkte in Amsterdam, Antwerpen 1905. Laren N.H. 1905-1914, Amsterdam van 1914 af. Leerling van de Quellinusschool, de Rijksschool voor Kunstnijverheid en de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. A. Allebé, C. L. Dake, N. van der Waay (1890-1903) en G. Sturm.
Schilderde, tekende, etste en maakte linoleumsneden, figuren (interieurs), portretten, stillevens en enkele landschappen. Behaalde in 1914 de Willink van Collenprijs. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam.
Gaf les aan E. van Gelder, D. Isselman, C. A. C. A. M. baron van Lamsweerde, G. Smith, A. J. C. Wulfse en M. C. Zelander.
Singer Museum Laren (N.H.): stilleven met appels.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall 1 en II; Waller.
