Gepubliceerd op 14-02-2019

Leendert van der vlist

betekenis & definitie

Leendert van der Vlist geb. Numansdorp u mei 1894, overl. Voorburg 31 december 1962. Woonde en werkte in Leiden, later vnl. in Den Haag.

Heeft ook buitenlandse reizen gemaakt. Leerling van de tekenleraar W. C. A. Ridderhof, van de Akademie v. B.K. in Den Haag (4 jaar avondcursussen o.I.v. A. van den Berg); daarna raadgevingen van W. H. van der Nat en later lessen van W. H. P. J. de Zwart. In 1913 verkreeg hij de kon. subsidie (3 jaar), in 1938 1e prijs Willink van Collenfonds; in 1943 de gouden medaille van ‘Arti et Amicitiae' te Amsterdam voor ‘de dode zwaan’.

Schilderde, tekende en etste landschappen, stads- en dorpsgezichten (de Ponte Vecchio te Florence) en veel stillevens. Werkwijze; min of meer trant Haagse School. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam.

Museum De Lakenhal Leiden: uitdeling van haring en wittebrood. 1921 (zwartkrijt en pastel).

Luns; Mak van Waay; Van Hall II; Waller.

< >