Joannes Petrus Josephus Franken (‘J Franken Pzn.’) geb. Den Haag 18 november 1896. Woont en werkt steeds in die stad.
Zoon van P. J. C. Franken. Leerling aan de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v. E. Jansen.
Schildert, tekent en maakt houtgravures van portretten, figuur in interieur en landschap, bloemen en stillevens. Vervaardigt vrije houtsneden, maar heeft tot 1936 ook boekillustraties, ex-libris e.d. gemaakt. Werkt in figuratieve trant.
Oud-Iid en bestuurslid van de Haagse Kunstkring en de Vereniging tot Bev. der Grafische Kunst te Amsterdam, oud lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam, van het Ned. Kunstenaars Genootschap, lid en oud-bestuurslid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en oud-bestuurslid, thans erelid, van de Ned. Federatie v. B.B.K.
Verwierf koninklijke subsidie in 1923, won de Willink van Collenprijs in 1925, eervolle vermeldingen op int. tentoonstelling van houtsnijwerken te Warschau in 1933 en 1935 en won de eerste prijs in de prijsvraag Kinder-ex-libris in 1935. Gaf o.m. les aan P. A. Mansvelt en Ch. J. E. Stolk.
Tentoonstelling Haags Gemeentemuseum (cat. 23-2 7-41956).
Haags Gemeentemuseum: Paul Steenbergen als Hamlet; portret; stilleven van bloemen; ridderspoor en pioenen; vaas met pioenen; huizen in de sneeuw. Singer Museum Laren (N.H.): tekening. Rijkscollectie: liggend naakt: Wouter Franken, 1940; winterzon; portretten; stilleven (pastel).
Luns; Mak van Waay; Van Hall I en II; Waller.