Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan hendrik willem wittenberg

betekenis & definitie

Jan Hendrik Willem Wittenberg (‘Jan’) geb. Den Haag 30 januari 1886, overl.

Ede (Gld) 19 september 1963. Was gehuwd met de kunstenares W. M. J.

Schmid. Woonde en werkte in Den Haag tot 1914, Zierikzee tot 1914, Dordrecht tot 1916, Rhoon tot 1918, Dordrecht tot 1920, Zwartewaal, Poortugaal, Doorn, Bennekom (gern. Ede). Leerling van P. F. N. J. Arntzenius (1908), van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1908-1910) o.l.v. Fr. Jansen en A. van den Berg, in 1911-1912 op de winteravondcursus (naaktschilderen), raadgevingen van W. A.

van Konijnenburg (1910-1913). Verkreeg in de jaren 1912,1913 en 1914 de koninklijke subsidie.

Schilderde, tekende, lithografeerde stillevens, portretten (vooral baby’s), landschappen, vooral dieren (in het bijzonder vogels) enz. Was een bijzonder kundig en knap kunstenaar. Gaf o.m. les aan C. Broerse, H. W. van Meines en H. J. Westendorp. Was o.m. lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van de Edese kunstenaarsgroep ‘Punt '62'.

Grafiek in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: schaal met eieren (gem. Jan Wittenberg 1929). Gemeentemuseum Arnhem: slapend meisje; stilleven met kreeft; de Wageningse Eng,1948. Haags Gemeentemuseum: uiltje, 1919; bakje met cacteeën, 1924. Rijksmuseum KröllerMüller Otterlo: 10 tekeningen. Rijkscollectie: boom in sneeuw; roze azalea’s, 1938; winterlandschap met boerderij (aquarel); fruit; grafisch werk.

Elsevier LIII (1917) blz. 243-244 en LIX (1920) blz. 213-214; Luns; Maandblad voor Beeldende Kunsten III (1926) blz. 359-363; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.

< >