Jacob Jan van der Maaten geb. Elburg 4 januari 1820, overl. Apeldoorn 16 april 1879. Leerling van H. van de Sande Bakhuyzen en van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1843-1846).
In 1852 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam. Werkzaam in Den Haag 1843-1852, Amsterdam 1854-1855, Den Haag 1857-1864, daarna in Apeldoorn. Landschapschilder, etser en lithograaf; tekenleraar aan de zgn. Koningsschool te Apeldoorn (1866-1879).
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag enz. 18471879: enige tientallen landschappen; trekvaarten; vijver in het Haagse Bos: bij het Uddelermeer; het Boorhuis bij Den Haag; veel landschappen uit de omgeving van Apeldoorn enz.
Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening. Haags Gemeentemuseum: korenveld; de tol; langs de vaart; weg door dennenbos: en diverse studies. Gemeentemuseum Groningen: landschap; boerenhuisjes bij een sloot. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: weide met bomen op de achtergrond (aquarel).
Knoef; Kunstkronijk 1852 (blz. 54). 1853 (blz. 30. 50. 78). 1857 (blz. 38). 1859 (blz. 48). 1860 (blz. 54. 70. 86. 90). 1861 (blz. 2. 22. 82), 1862 (blz. 2. 78), 1863 (blz. 14. 42). 1866 (blz. 22); Maandblad voor Beeldende Kunsten (J. Knoef mei 1928): Marius; Plasschaert; Scheen; ThiemeBecker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.