Gepubliceerd op 21-02-2019

Herman antonie de bloeme

betekenis & definitie

Herman Antonie de Bloeme geb. Den Haag 17 september 1802, overl. Den Haag 3 oktober 1867.

Ontving zijn eerste lessen aan de Tekenschool van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen te Am­sterdam, daarna leerling aan de Haagse Tekenakademie, ontving ook lessen van J. W. Pieneman, die hij later naar Amsterdam volgde en waar hij zijn studie voltooide aan de Akademie van Beeldende Kunsten. Woonde en werkte in Den Haag.

Schilderde voornamelijk portretten, bij­belse en historische onderwerpen, heeft ook ge­lithografeerd en geëtst.

Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1826-1867: spelende honden in het bos; paarden in de weide; een groot aantal portretten en bijbelse voorstel­lingen; enz. Rijksmuseum Amsterdam: generaalsportret (gem. H. A. de Bloeme pinx ao 1854). Haags Gemeente­museum: diverse portretten.

Immerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1869 (blz. 8, 59 t/m 62); Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller;

Wurzbach.

< >