Gijsbert Jan Jacobs van den Hof (‘Gijs’) geb. Arnhem 24 maart 1889, overl. aldaar 4 april 1965. Woonde en werkte in Arnhem. Heeft ook in Duitsland en Frankrijk (Parijs) gewerkt. Vormde zich zelf.
Beeldhouwer en tekenaar van figuren en monumenten, zoals voor de ‘Gele Rijders' en het herdenkingsmonument te Arnhem. Heeft ook gewerkt aan de Schouwburg aldaar. Tot 1954 was hij leraar aan de tekenakademie ‘Kunstoefening’ te Arnhem.
Gaf les aan L. P. J. Braat, J. N. Brugge, A. Coomans de Ruiter, A. Diekerhof, H. P. M. Estourgie, M. S. J. M. Geuljans, D. C. A. van der Graaf, J. Grosman, A. A. van Haeften, Ch. P. Hammes, J. C. Hekman, A. P. Hemsing, F. W. A. Kat, P. H. Klaassen, D. Kok, Ch. van Laere, B. H. A. van Londen, G. L. Mathot, A. G. Paanakker, J. B. Ponsioen, J. H. Schoenmakers, J. C. Schouten, M. G. Stolk, J. van Stolk, B. J. Teerink, E. A. W. Teeseling, J. J. F. Teulings, F. M. Verver, E. J. L. M. Viegers, J. J. de Vries, J. M. Wamelink, A. J. M. Wemer, J. H. van Zweden. Was o.m. lid van de Ned. Kring van Beeldhouwers.
Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: kop (hardsteen); kop. liggend (hardsteen); kop (teakhout). Centraal Museum Utrecht: Tamara (brons); fantasie (peuron). Rijkscollectie: liggend naakt (zandsteen); gezichtsmasker echtgenote (brons); vrouwenbuste (travertine); studie vrouwentorso (brons).
Mak van Waay.
