Catharina Kool (‘Cata’) geb. Amsterdam 12 juli 1860, overl. Ede (Gld) 26 april 1933. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1896, Bloemendaal 1896, Maarssen tot 1899 en later, Ommen tot 1931, Ede van 1931 af. Leerlinge van de Rijksakademie te Amsterdam (ca. 1878-1882, studeerde samen met Piet Meiners) o.l.v. A. Allebé.
Schilderde en tekende stillevens (bloemen), landschappen, stadsgezichten, w.o. van Amsterdam, en portretten, w.o. van kinderen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ in de hoofdstad.
Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Arnhem enz. 1888-1899: kinderportretten; klein meisje; onder de kastanjeboom; voor de piano (aquarel); interieur; bos in de winter; diverse bloemstukken.
Frans Halsmuseum Haarlem: zomer. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening (-en).
Luns.
