Antonius Stanislaus Nicolaas Ludovicus Dupuis (‘Toon’) geb. Antwerpen (België) 18 februari 1877, overl. Den Haag 13 oktober 1937. Woonde en werkte in Antwerpen tot 1898, Den Haag 1898-1906, Rotterdam 1906, Den Haag 1906, Wassenaar 1906-1907, daarna in Den Haag. Leerling van zijn vader Louis Dupuis en van de Tekenakademie te Antwerpen o.l.v. Thomas Vinçotte.
Zeer bekend beeldhouwer, in het bijzonder van portretten. Heeft veel penningen ontworpen en geslagen. Hoofdleraar aan de Haagse Akademie. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Heeft veel onderscheidingen met zijn werkstukken behaald, w.o. gouden medailles, Amsterdam (1903), op de ‘Vierjaarlijkse tentoonstelling’ te Rotterdam (1917) en van koningin Wilhelmina (1927).
Gaf les aan P. Biesiot, M. A. de Blaauw, F. Ch. Carbasius, T. Ie Clercq, C. A. P. Demmink, M. A. J. baronesse von Engelhardt, M. C. Gobius, C. J. Henke, H. Martin, S. M. E. Meeter, Th. J. F. van Oijen, C. J. W. Rueb, C. Smit, J. C. H. Wichers.
Museum De Lakenhal Leiden: Rembrandt (gebronsd gips). Rijkscollectie: portret prof. dr H. A. Lorentz (brons). Singer Museum Laren (N.H.): portret van een dame (wit marmer). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: precieuse (marmer).