Adrianus Johannes Jacobus de Winter (‘Janus’) geb. Utrecht 28 mei 1882, overl. Den Helder 5 augustus 1951. Woonde en werkte in Utrecht, De Bilt, Utrecht, Parijs, ons land, Parijs, Utrecht.
Veel buitenlandse reizen gemaakt (door Europa, Amerika en Azië). Was eerst ambtenaar bij de Staatsspoorwegen, studeerde filosofie, ging op ca. 25-jarige leeftijd schilderen. Vormde zich zelf.
Schilderde, tekende, etste en lithografeerde orchideeën (1920-1922), na 1926 landschappen en fantastische bomen, na 1935 weer meer bloemen en dekoratieve vormen (grotendeels ‘zonder onderwerp’). Werkte jarenlang in Parijs, waar hij o.m. dekors maakte en artikelen schreef voor Franse tijdschriften. Was lid van het genootschap ‘Kunstliefde’ te Utrecht.
Centraal Museum Utrecht: uitdrukking v.e. gevoel van wilskracht; muzikale verbeelding (gouache, 1917): de orchidee (gouache); ontbinding (gouache);
aura van een egoïst, 1916 (gouache); sprookje van bloem en slang (kleurenlitho). Haags Gemeentemuseum: compositie (vegetatie) 1916.
Elsevier LIl (1916, blz. 155-157); Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.