Gepubliceerd op 29-12-2016

Washburn, Margaret Floy

betekenis & definitie

Amerikaans psychologe (1871-1939) die als eerste vrouw in Amerika een academische graad haalde in de psychologie. Washburn studeerde in 1891 af aan het Vasser College in onder andere psychologie en studeerde daarna bij James McKeen Cattell aan de Columbia Universiteit. In die tijd werden vrouwen niet toegelaten voor een academische studie. Daarna studeerde ze als eerste psychologiestudent af onder Titchener aan de Cornell Universiteit. Washburn besteedde haar tweede jaar bij Cornell aan haar doctorale studie over: "The influence of visual imagery on judgments of tactual distance and direction".

In 1894 ontving zij als eerste vrouw in de Verenigde Staten haar doctoraal diploma psychologie. Kort daarna werd zij aangesteld aan het Wells College bij de faculteit psychologie, filosofie en ethiek en ze bleef hier zes jaar. Ze richtte zich in die tijd op het onderzoek naar de integratie van Titchener's structuralisme en William James' bewustzijnspsychologie. In 1900 keerde Washburn terug naar Cornell met een tweejarige onderzoeksopdracht over kleurwaarneming en het tweede jaar (ondanks haar kritiek op Titchener's structuralisme) gaf ze colleges psychologie. Daarna ging ze werken aan de universiteit van Cincinnati. Ze was daar de enige professor psychologie, waardoor ze naar eigen inzicht de faculteit kon inrichten. In 1903 keerde ze terug naar Vassar als professor filosofie waar ze, tot haar pensioen in 1937, bleef. Haar belangrijkste doceer en onderzoeksactiviteiten waren op het gebied van geheugen, waarneming, dierpsychologie en persoonlijkheidspsychologie en ze opende in Vassar het eerste volledig ingerichte experimenteel psychologielaboratorium. Naast vele andere activiteiten publiceerde zij in 1908 haar eerste werk: "The Animal Mind". Wasburn was lid van diverse commissie van de APA (American Psychology Association) en werkte mee aan de redactie van psychologische vakbladen zoals de "American Journal of Psychology" en "Psychological Bulletin". In 1921 werd ze benoemd tot voorzitter van de APA. Als APA voorzitter streefde ze naar een vakblad met hoogwaardige psychologie artikelen en zag ze de toenemende strijd tussen de twee psychologie kampen van structuralisten en behavioristen.