Gepubliceerd op 29-12-2016

telische en paratelische modus

betekenis & definitie

Twee belangrijke begrippen in de pschologie.

- De telische modus kenmerkt zich door een doelgeleide houding waarbij alles dat wordt waargenomen wordt beschouwd als een functie, motief of doel hebbend in een omgeving of situatie. In deze telische modus worden mensen en dieren waargenomen als actoren die handelen vanuit psychologische motieven. Ervaren emoties en affecten worden geprojecteerd op, en toegeschreven aan de wereld. Het affect 'eng' wordt geprojecteerd op de wolf, waardoor je in één keer een 'enge wolf' waarneemt. De lineaire A-tijd aspecten van de gebeurtenissen, verdwijnen in de telische ervaringsmodus naar de achtergrond, doordat in het bewustzijn verschillende gebeurtenissen op een chronologische tijdlijn geplaatst worden via de B-tijd aspecten. In de telische modus is er sprake van natuurlijke, logische wetten en verbanden. Zo weet iedereen dat wanneer een object dat boven de grond wordt losgelaten naar beneden valt. Het gevallen-zijn komt dus na het loslaten. Alle waarnemingen worden in de telische modus via verwachtingspatronen waargenomen. Zo gaat de aandacht al uit naar de plek waar je het object verwacht te zullen aantreffen. De toekomstgerichte verwachting van wat weldra waargenomen zal worden en de causale of logische verbanden tussen onderwerpen in de waarneming zorgen voor een narratisatie (beschrijvende, vertellende) wijze van het waargenomene.
- In de paratelische modus neem je de wereld meer waar op de manier waarop ze aan je verschijnt. In plaats van projectie en objectificatie, worden affecten in de paratelische modus geïntrojecteerd, waarbij je meer bewust bent van het proces van waarnemen, voelen en ervaren zelf. Door introjectie wordt je je bewust van wat de waarneming teweegbrengt in het brein en lichaam. Tijd is hier of lineair, of multi-dimensionaal, zoals wanneer de tijd zichzelf splitst in tegelijkertijd heden, verleden en toekomst. Wanneer je aandacht ligt bij het waarnemen en ervaren zelf dan ervaar je via de lineaire A-tijd eigenschappen van datgene dat je waarneemt. De tijd zoals je die nu ervaart, is lineair, maar zonder toekomstig te zijn. Verwachtingen die de toekomstigheid uitmaken zijn hier niet aan de orde; je ervaart hoe de wereld nu, op dit moment aan je aan het verschijnen is, gebeurt, terwijl dat wat geweest is als een herinnering in het beeld van het heden
doorwerkt. Maar je kunt in de paratelische modus ook een multi-dimensionale tijd waarnemen waarbij herinnering en toekomst zich in de waarneming mengen, zonder dat een geactualiseerd heden tot stand komt. Dit komt doordat in de paratelische modus alle affecten nog naast elkaar bestaan, terwijl in de telische modus - op het derde niveau van de cognitie - er slechts een enkele tot het bewustzijn doordringt als emotie. Hetzelfde geldt voor betekenissen en reacties. Op het
pre-cognitieve niveau dat de paratelische modus uitmaakt, worden allerlei mogelijk tegenstrijdige betekenissen en reacties geactiveerd vanuit de herinnering. Wanneer de flow op dit niveau blijft 'hangen' door een blokkade die cognitieve selectie en projectie onmogelijk maakt, dan richt de aandacht zich op deze virtuele dimensie. Tijdens het waarnemen zijn dan gelijktijdig verleden en toekomst, in de vorm van een heel scala aan zowel herinnerde als geanticipeerde waarnemingen en reacties aanwezig, zonder dat er een geactualiseerd heden wordt waargenomen.
In de telische modus wordt een verhoogde staat van affectieve opwinding (meetbaar aan hartslag, mate van zweten en spierspanning) ervaren als onplezierig. Er zullen dan ook processen in gang gezet worden om de tensie te reduceren. Wanneer op het cognitieve niveau, vanuit de telische modus, een enge wolf wordt waargenomen die op je af komt, dan zal je lijf in actie komen om te vluchten. Dit gebeurt nog voordat je het zelf bewust bent. Wanneer de situatie niet meer
gevaarlijk is en enge signalen afgeeft, dan neemt de spanning af - wat ervaren wordt als prettig.
Het paratelische systeem daarentegen, vertoont een voorkeur voor een hoge staat van opwinding. Intensiteiten (in de zin van sterke affecten) worden juist als plezierig ervaren. Zingen en dansen blijken paratelische activiteiten te zijn, die zelfs wanneer het telische systeem niet meer functioneert (woordherkenning bijvoorbeeld) toch nog mogelijk zijn.