Gepubliceerd op 29-12-2016

Schachter-Singer emotietheorie

betekenis & definitie

In 1962 ontwikkelde Schachter en Singer een emotietheorie die inging tegen de opvatting dat uitsluitend specifieke fysiologische stimuli aanleiding geven tot emotionele reacties. In plaats daarvan stelden zij dat emoties voor een deel bepaald worden door de fysiologische stimulus maar ook door de manier waarop de persoon de situationele context evalueert. Dit wordt daarom ook wel de 'twee-componententheorie van emotie' genoemd. Volgens deze theorie zijn er twee dingen nodig om een emotie te ervaren: een algemene opwinding (arousal) in het autonome zenuwstelsel en een cognitieve interpretatie over de oorzaak van deze opwinding.

Twee dingen zijn hier belangrijk: de fysiologische opwinding en situationele aanwijzingen. Volgens Schachter en Singer is dus cognitie noodzakelijk voor het hebben van een emotionele ervaring. De cognitieve beoordeling (zie terugkoppeling in figuur) van de situatie is onmisbaar om een persoon die opgewonden is, zijn of haar emotie als zodanig te identificeren. Zie verder figuur Schachter-Singer emotietheorie.