Gepubliceerd op 29-12-2016

inprenting

betekenis & definitie

Instinctmatig gedrag is een natuurlijke reactie op uitlokkende prikkels die volledig in aangeboren vorm aanwezig is, zoals wij dit bij veel organismen zien. In veel gevallen is er echter sprake van een nog aan te leren inhoudelijke invulling. Het organisme bezit in feite wel alle gedragspatronen van het instinctmatig gedrag, maar weet nog niet hoe het op de uitlokkende stimuli moet reageren. Het opslaan van deze laatste informatie, vaak tijdens een bepaalde en gevoelige periode van de ontwikkeling van het organisme, wordt inprenting of in het Engels veel gebruikte term 'imprinting' genoemd. Indien deze inprenting van informatie niet in, voor het organisme belangrijke periode plaats vindt, wordt het uiterst moeilijk deze inprenting later nog tot stand te brengen. Voorbeelden van inprenting zijn het volginstinct van eenden- en kippenkuikens zoals uitvoerig onderzocht door Konrad Lorenz (1903-1989; zie foto). Maar ook bijvoorbeeld een hond die voor de leeftijd van vier maanden vertrouwd moet zijn met mensen om later geschikt te zijn als huisdier. Apen die zich niet konden hechten op jonge leeftijd waren later niet in staat sociaal groeps-, ouder- of seksueel gedrag te vertonen (H.F. Harlow, 1980). Hoewel de hechtingsbehoefte bij mensen gecompliceerder is, lijkt het er wel op dat de periode van (hechtings)inprenting ook voor mensen een zeer belangrijke en soms levensnoodzakelijk sociaal gebeuren is. Immers ook de hechting aan de moeder op jonge leeftijd is bij mensen van levensbelang zoals onder andere door het onderzoek en werk van J. Bowbly, M. Mahler en M. Klein is aangetoond.