Gepubliceerd op 29-12-2016

individuatie-separatieproces

betekenis & definitie

Het separatie-individuatieproces, dat in de anale fase begint, is heel belangrijk. In dat intrapsychisch proces onderscheidt Rizutto twee polen: het bewustzijn van zichzelf (zoals het bijvoorbeeld in de puberteit sterk ontwikkelt) en het opgeslorpt worden zonder bewustzijn van zichzelf (bijvoorbeeld bij baby's).

Gedurende de hele levenscyclus zijn de zelf- en objectvoorstellingen voortdurend in dynamische interactie. Wanneer er een verandering optreedt in de ene ontstaat er een conflict met de andere. Dit proces van verandering-conflict-verandering is een daad van zelfbehoud. Rizutto zegt dat het de rijke, complexe, dialectische relatie van onze objectvoorstellingen met onze zelfvoorstellingen is, die aan de voortdurend herwerkte herinneringen aan onze objecten een uitzonderlijk belang geeft in ons mentaal leven. Deze creativiteit van onze verbeelding is geen vlucht in de infantiele situatie, maar een structurele voorwaarde voor de volwassen 'basic trust', volgens Faber (1986). Mensen kunnen groeien aan de object- en zelfrepresentaties, maar kunnen er ook door geblokkeerd geraken. Wij vormen niet enkel herinneringen aan significante anderen, maar ook hoe we ons voelden, hoe we reageerden in de relaties met die anderen. Het kan hier gaan om diepe emoties, die we liever niet meer naar boven halen, die we verdringen. Objectrelaties aangaan veronderstelt vertrouwen, maar ook (bewust of onbewust) de mogelijkheid van verlies onder ogen nemen (Giddens); objectrelaties aangaan veronderstelt dat men ze kan verliezen, dat men er afstand van moet nemen. Dat brengt de existentiële angst aan de oppervlakte, dat kan veel pijn geven. Wij worden gedurende heel ons leven onafhankelijker, eerst van onze ouders, later van onze kinderen, zegt Rizutto.