Gepubliceerd op 29-12-2016

etiologe van comorbiditeit

betekenis & definitie

Als voorbeeld hier comorbiditeit bij psychische stoornissen en verslaving. Het bepalen van de etiologie van comorbiditeit leidt vaak tot een "kip-en-het-ei"-discussie: wie of wat was er het eerst? De huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek biedt hieromtrent geen uitsluitsel. De symptomen van psychische stoornissen en bijvoorbeeld verslavingsproblemen interacteren namelijk onderling en beïnvloeden elkaar.

Uit onderzoeksgegevens blijkt dat psychiatrische en persoonlijkheidsstoornissen zich doorgaans eerder manifesteren dan stoornissen als gevolg van bijvoorbeeld alcohol- of drugsgebruik, dat wil zeggen dat de eerste soort stoornissen de kwetsbaarheid van individuen voor de tweede soort stoornissen vergroot (zie o.a. Kessler e.a., 2001; Bakken e.a., 2003); aan de andere kant kunnen psychiatrische stoornissen ook verergeren als gevolg van drugsgebruik (zie voor depressies: McIntosh en Ritson, 2001) of zich parallel daaraan manifesteren.
Drugsgebruik wordt soms ook wel gezien als een onderdeel of symptoom van een psychiatrische of persoonlijkheidsstoornis of als een poging tot zelfmedicatie (zie o.a. Williams et al., 1990; Murray et al., 2003). Het feit dat het gebruik van bepaalde stoffen een verzachtende invloed op verontrustende symptomen heeft, bevordert de ontwikkeling van een verslaving. Op het moment dat met het drugsgebruik wordt gestopt, bijvoorbeeld in het kader van een ontwennings- of substitutiebehandeling, kunnen de symptomen weer de kop opsteken. Acute psychosen als gevolg van drugsgebruik doen zich met name voor bij gebruikers van cocaïne, amfetamine en hallucinogenen en verdwijnen over het algemeen weer relatief snel. Een probleem is echter dat het zeer moeilijk kan zijn om een onderscheid te maken tussen symptomen als gevolg van bijvoorbeeld een drugs- of alcoholintoxicatie en niet gerelateerde psychotische voorvallen.
Krausz (1996) formuleert vier categorieën voor een dubbele diagnose:
- een primaire diagnose van een psychische stoornis, met een daaropvolgende (tweede) diagnose van misbruik van middelen die een negatief effect sorteren op de psychische gezondheid;
- een primaire diagnose van drugsverslaving met psychiatrische complicaties die tot een psychische stoornis leiden;
- een gelijktijdige diagnose van het misbruik van bepaalde middelen en psychiatrische stoornissen;
- een dubbele diagnose van het misbruik van bepaalde middelen en een affectieve stoornis, die allebei het gevolg zijn van een onderliggende traumatische ervaring, bijvoorbeeld een posttraumatische stress-stoornis.
In het Zweedse nationaal verslag wordt een soortgelijk onderscheid gemaakt tussen psychiatrische patiënten die aan comorbiditeit lijden en drugsverslaafde cliënten met
persoonlijkheidsstoornissen die versterkt worden door het drugsgebruik en die niet altijd als zodanig worden gediagnosticeerd.
Morel (1999) maakt een onderscheid tussen niet-specifieke psychiatrische stoornissen onder drugsgebruikers en complicaties die specifiek verband houden met drugsgebruik.
Stoornissen die vaak bij drugsgebruikers worden aangetroffen, zijn o.a.:
- angststoornissen-depressieve stoornissen;
- slaapstoornissen als gevolg van depressies, angststoornissen en psychosen;
- agressief of gewelddadig gedrag dat wijst op antisociale, psychopathische, schizofrene of paranoïde persoonlijkheidsstoornissen.
Problemen die specifiek verband houden met drugsgebruik zijn o.a.:
- farmaco-psychosen als gevolg van het gebruik van hallucinogene drugs of amfetaminen;
- verwardheidssyndromen.
Dankzij recente neuropsychologische en neurobiologische studies en de ontwikkeling van technieken waarmee hersenprocessen gevisualiseerd kunnen worden, is het mogelijk om hypothesen te formuleren over de interacties tussen psychische en lichamelijke trauma's, hersenontwikkelingen, drugseffecten, stress en mentale ontwikkelingen. Gebleken is dat bij de ontwikkeling van een verslaving het beloningssysteem essentieel is en dat een verslaving ook gekoppeld is aan structurele veranderingen en aanpassingen van de hersenen op micro- en macroniveaus (Nestler, 2001).
Andere theorieën leggen een verband tussen bepaalde drugs en bepaalde psychische stoornissen. Zo is bijvoorbeeld geopperd dat heroïne stress kan verminderen, pijn kan verlichten en irritante stemmen kan laten verdwijnen bij patiënten met een (borderline) schizofrenie; patiënten met een zware psychische stoornis gebruiken echter geen heroïne. Daarnaast is ook gesuggereerd dat cocaïne depressieve toestanden kan verlichten, gedragsmatige remmingen wegneemt en narcistische persoonlijkheden de mogelijkheid biedt om hun "grandeur" te uiten. Cannabis zou spanningen kunnen wegnemen en van ecstasy wordt beweerd dat sociale remmingen hierdoor kunnen afnemen (Verheul, 2001; Berthel, 2003).
In het Iers nationaal verslag (2002) wordt op basis van de resultaten van een aantal onderzoeken aandacht besteed aan depressies onder drugsgebruikers. In dat verslag wordt geconcludeerd dat er een sterk verband bestaat tussen problematisch drugsgebruik, met name bij het gebruik van opiaten en benzodiazepinen, en een hoge prevalentie van depressies. Uit Duits onderzoek naar de relatie tussen een stoornis als gevolg van het gebruik van bepaalde middelen, depressies en zelfmoord is gebleken dat personen met een depressieve stoornis een aanzienlijk hoger risico lopen op zelfmoord (Bronisch en Wittchen, 1998). De mogelijkheid bestaat dat sommige depressieve personen voor een zelfmedicatie met opiaten en benzodiazepinen kiezen: cliënten in behandelprogramma's scoren lager op depressies dan cliënten in de laagdrempelige zorgverlening (Rooney et al., 1999) of cliënten die aan het begin van een behandeling staan (McIntosh en Ritson, 2001).
Uit een Noorse enquête (n = 2359) is gebleken dat een hoog percentage drugsgebruikers te maken heeft gehad met ernstige gezinsproblemen in hun kindertijd en jeugd. Ook heeft 70% leer- en gedragsproblemen op school gehad, terwijl 38% gepest werd en 21% tijdens de kindertijd of adolescentie in psychiatrische behandeling was geweest (Lauritzen et al., 1997). Vrouwelijke drugsgebruikers met een psychiatrische comorbiditeit zijn vaak slachtoffer geweest van traumatisch seksueel misbruik (zie o.a. Beutel, 1999).