Gepubliceerd op 29-12-2016

descriptieve psychologie

betekenis & definitie

Brentano is het meest bekend door zijn filosofie van de psychologie. Brentano zélf noemt deze tak van filosofie de 'descriptieve psychologie'. De aanduiding 'descripieve psychologie' is enigszins misleidend. De term geeft namelijk aanleiding tot de gedachte dat het hier zou gaan om een empirische wetenschap. Maar dat is juist niet waar Brentano mee bezig was. Hij wilde geen contingente waarheden beschrijven, maar noodzakelijke, a-priori waarheden. Bovendien is deze filosofie meer analytisch dan descriptief. Brentano probeert de structuren in termen van 'deel-geheel' aan te duiden en niet slechts een beschrijving te geven van bepaalde verschijnselen. Deze specifieke discipline kunnen we dus beter omschrijven, zoals Brentano zelf soms ook doet, als descriptieve fenomenologie. Dat hij zijn descriptieve fenomenologie als a-priori kennis zag, is duidelijk te zien als hij de resultaten van deze discipline omschrijft als; exact, apodictisch en zelf-evident. Het gaat om een onmiddellijk inzicht in de algemene waarheden en algemene wetten.

Descriptieve fenomenologie (psychognosie) analyseert het bewustzijn en probeert de elementen van het bewustzijn te ontdekken. Het gaat dus steeds om een mereologische analyse. De vraag is dan wat precies de structuur van het bewustzijn is en welke relaties er te vinden zijn. Omdat de wetten van de descriptieve fenomenologie a-priori zijn en de relaties dus steeds dezelfde zijn, worden zij ook wel ontologische relaties genoemd. Deze descriptieve fenomenologie verschilt essentieel van de genetische psychologie, waar het draait om het verband tussen oorzaak en gevolg. Hier wordt gezocht naar de verbanden tussen fenomenen als reële voorwerpen, reëel in de zin van wirklich, het heeft een bepaald effect. Het gaat hier om 'wetten van associatie'. Descriptieve fenomenologie onderzoekt dus de structuur als de bouwstenen (fenomenen) al gegeven zijn.