Sterkteschaal voor aardbevingen, opgesteld door Richter in 1935. De sterkte van de aardbeving wordt aangeduid met de letter M (van magnitude), oplopend vanaf 1.
De schaal heeft een logaritmisch verband met de trilling in het epicentrum van de beving. Zo heeft op de schaal een lichte beving, die men slechts onder gunstige omstandigheden voelt, de waarde M = 2. Een beving met een kracht van 7 op de schaal van Richter is een heel sterke beving, die aan huizen aanzienlijke schade kan aanrichten en vaak ook veel mensenlevens kost. De schaal van Richter is een open schaal, dat wil zeggen dat de schaal geen bovengrens heeft. Bevingen met een kracht van M = 9 kwamen tot dusverre echter niet voor.
Zie ook: seismograaf
Zie ook: seismologisch onderzoek
Zie ook: Richter, Charles Francis
