Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

Nachtzicht

betekenis & definitie

De grootste afstand, rondom de waarnemer, waarop een zwart voorwerp van voldoende grootte tegen een heldere horizon te zien en te herkennen is, als verlichting bij dat voorwerp wordt opgevoerd tot daglichtsterkte. Een voorwerp wordt beschouwd als voldoende groot als het past in een vlak van 0,5 tot 5 booggraden.

Zie ook: dagzicht
Zie ook: vurenzicht
Zie ook: zicht