Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

Hoogtewind

betekenis & definitie

(ook: bovenwind, hoogtestroming) Stromingen van de lucht op bepaalde hoogten.

Deze worden gemeten tijdens aërologische waarnemingen. Door de gehele atmosfeer heen kunnen richting en snelheid van de wind sterk variëren. Ten behoeve van de meteoroloog worden in het algemeen alleen de standaarddrukvlakken 850 hPa (ca. 1500 m), 700 hPa (ca. 3000 m), 500 hPa (ca. 5500 m) en 300 hPa (ca. 10.000 m) op weerkaarten gepresenteerd. De hoogtewinden zijn voor de weersverwachtingen van groot belang. Deze winden bepalen immers waar op de diverse hoogten de lucht vandaan komt. `Wat is de temperatuur van die lucht?', `wat is de vochtigheid?' en `wat is de kans op bewolking op die bepaalde hoogte?' zijn vragen waarmee de meteoroloog zich doorlopend bezighoudt. Bijvoorbeeld een situatie met een noordenwind aan het aardoppervlak en op enkele kilometers hoogte een zuidenwind: de noordenwind aan het aardoppervlak voert (in het algemeen) koude lucht aan en de zuidelijke bovenwind voert warmere lucht aan, met als resultaat in dit geval een zeer stabiele opbouw van de atmosfeer.

Zie ook: isohyps
Zie ook: trajectorie