Enigszins tongvormige, zich verplaatsende ijsmassa. Gletsjers ontstaan vooral in koude, bergachtige gebieden, wanneer zich meer sneeuw ophoopt dan door smelten of sublimatie verdwijnt.
De overgebleven sneeuw verandert onder druk van het eigen gewicht in ijs, dat vervolgens gaat glijden. De voortschuivende ijsmassa's kunnen veel los gesteente meenemen.
Zie ook: morene