(ook: tij) Regelmatige heen en weer gaande beweging van het zeewater, waarmee een regelmatig rijzen en dalen van de zeespiegel gepaard gaat, speciaal langs de kusten. De aantrekkingskrachten van de maan en de zon kunnen het getijverschil verklaren.
Dit verschijnsel uit zich in een regelmatige verandering van de waterstand, een afwisseling van hoogwater en laagwater. Van hoog- naar laagwater gaande spreekt men van vallend water of afgaand tij, van laag naar hoog water gaande spreekt men van rijzend water of opkomend tij. Het blijkt dat in de loop van ongeveer veertien dagen ten gevolge van de onderlinge stand van de zon en de maan eenmaal een maximum optreedt, een springtij, en eenmaal een minimum, een doodtij. In het algemeen is de invloed van de aantrekkingskracht van de maan, resulterend in het maansgetij, belangrijker dan die van de zon, die het zonsgetij veroorzaakt. Ook in de atmosfeer rond de aarde is sprake van een getij. Significante gevolgen voor de meteorologie zijn echter niet aangetoond.
Zie ook: stormvloed
Zie ook: wantij
Zie ook: zeestroom
