Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

Firn

betekenis & definitie

Overjarige sneeuw, die door herhaald ontdooien en bevriezen korrelig is geworden. In het hooggebergte hoopt de eeuwige sneeuw zich op in grote bekkens, de zgn.

firnbekkens. De sneeuw, die als zij vers gevallen is een losse structuur en een laag soortelijk gewicht heeft, wordt in de loop van de tijd steeds compacter. Op zomerdagen ontdooit het bovenste laagje, terwijl dat dan 's nachts weer bevriest. Langzaam gaat de sneeuw aldus over in een korrelige, door stofafzetting troebelwit gekleurde massa, firn geheten. Door het smeltwater en door de druk van de bovenliggende massa verandert de firn in de diepere lagen in firnijs, dat bestaat uit onregelmatige korrels die bijeen worden gehouden door bevroren smeltwater. Op den duur ontstaat hieruit het blauwe gletsjerijs, dat uit vele hoekige stukken is samengesteld en onder hoge druk plastische eigenschappen vertoont.

Zie ook: eeuwige sneeuw
Zie ook: gletsjer