Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

D-klimaat

betekenis & definitie

Continentaal klimaat volgens de indeling van de klimatoloog Köppen. De D-klimaten komen uitsluitend voor op de grote continenten van het noordelijk halfrond tussen 40 en 80° NB, in de brongebieden van de continentaal polaire lucht.

Door de beperkte zee-invloed zijn de verschillen tussen zomer- en wintertemperatuur groter dan bij een zeeklimaat De jaarlijkse gang van de temperatuur bedraagt ten minste 13°C. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand is lager dan 3°C, terwijl de temperatuur van de warmste maand boven de 10°C blijft. Wat de neerslag betreft, onderscheidt Köppen bij het D-klimaat drie klimaten. a. Het type Ds, met de droge periode in de zomer. Dit klimaat komt niet voor, vanwege de aanwezigheid van een thermisch lagedrukgebied.
b. Het type Dw. Dit is het meest continentale klimaat, met zeer droge winters, samenhangend met een thermisch hogedrukgebied. Het komt uitsluitend voor in Oost-Siberië en Noord-China. c. Het type Df, een vochtig en koud klimaat. Wat betreft de neerslaghoeveelheid is er geen significant verschil tussen de winter en de zomer. Het Df-klimaat vindt men vooral langs de westkusten van de noordelijke continenten.

Zie ook: klimaat
Zie ook: klimaatindeling volgens Köppen
Zie ook: klimaatindelingen
Zie ook: Köppen, Vladimir