Het partnerpensioen is een pensioen dat levenslang wordt uitgekeerd aan de partner van een overleden deelnemer aan een pensioenfonds. Het pensioen wordt uitgekeerd als een aanvulling op het inkomen van de nabestaanden. Vormen van partnerpensioen zijn het partnerpensioen op opbouw en het partnerpensioen waarbij het overlijdensrisico de basis vormt.
Bij een partnerpensioen op basis van opbouw blijft het uitgekeerde opgebouwde bedrag aan de overblijvende partner na overlijden behouden. Ook wanneer de overblijvende partner zelf met pensioen gaat. Zelfs het wisselen van baan of ontslag heeft geen gevolg voor het opgebouwde partnerpensioen.
Met een partnerpensioen op basis van overlijdensrisico wordt er niet periodiek een termijn gestort maar wordt er premie betaald. De hoogte van de premie is afhankelijk van de kans dat de pensioengerechtigde komt te overlijden. Wanneer de deelnemer daadwerkelijk komt te overlijden ontvangt de partner het verzekerde pensioenbedrag. Het recht op partnerpensioen vervalt als er geen premie meer betaald wordt.
Gehuwden en geregistreerd partners worden door een pensioenfonds erkend en automatisch ingeschreven. Samenwonenden kunnen onder voorwaarde als partners bij een pensioenfonds aangemeld worden. Hier worden vaak wel een aantal eisen gesteld. Zo moet er een notarieel samenlevingscontract overlegd worden en moet de deelnemer minimaal 5 jaar woonachtig zijn op hetzelfde adres.
Er bestaat ook nog een bijzonder partnerpensioen. Dit pensioen treed in werking bij een echtscheiding. Wanneer iemand komt te overlijden, heeft de ex-partner recht op het partnerpensioen dat is opgebouwd tot het moment van scheiden. De ex-partner heeft de keuze om afstand te doen van het bijzonder partnerpensioen. Het pensioen gaat dan naar de huidige, of een andere ex-partner, van de overledene. Het recht op bijzonder partnerpensioen is wettelijk geregeld.