De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop men recht heeft op een AOW-uitkering. De AOW-leeftijd ligt tot 2021 vast. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Tot 2018 is de AOW-leeftijd 65 jaar. Dat houdt in dat iedereen die voor 2018 65 jaar wordt, automatisch recht heeft op een AOW-uitkering. Vanaf 2018 wordt de AOW leeftijd verhoogd naar 66 jaar. In 2022 is de AOW-leeftijd niet voor iedereen gelijk meer, maar wordt deze gekoppeld aan de levensverwachting.
Hoewel de AOW-leeftijd vanaf 2022 gekoppeld wordt aan de levensverwachting, is de minimale AOW-leeftijd altijd 67 jaar, maar dit kan altijd hoger worden. Bijvoorbeeld: voor iemand die in 1990 geboren is geldt een AOW-leeftijd van 71 jaar en zes maanden.
De AOW-leeftijd bepaalt niet alleen wanneer iemand recht heeft op een AOW-uitkering. Het bereiken van deze leeftijd heeft namelijk ook invloed op eventuele andere uitkeringen en wettelijke voorzieningen. Zo lopen de WIA en WAO uitkeringen door tot de AOW-leeftijd, terwijl een WW- of ziektewet uitkering al eerder stopt.
De meeste uitkeringen stoppen in ieder geval na het het bereiken van de AOW-leeftijd. Deze uitkeringen worden dan vervangen door de AOW en eventueel een aanvullend pensioen. De AOW-leeftijd is iets anders dan de pensioenleeftijd. De pensioenleeftijd ligt namelijk vast op 67 jaar.
Voor 2022 is het mogelijk om AOW tegelijk met het pensioen te ontvangen. Maar vanaf 2022 kan het voorkomen dat iemand op zijn of haar 67e pensioen ontvangt, maar dat pas een paar jaar later de AOW-uitkering ontvangen wordt.
