Veranderen heeft twee betekenissen. De eerste: anders worden ('hij is erg veranderd' of 'het weer veranderde plotseling'). De tweede: anders maken ('zij veranderde de inrichting van de kamer').
Alles verandert continu. De oude Grieken wisten dat al. De wijsgeer Heraclitus schreef 500 jaar voor Christus: "Alles stroomt (Panta Rhei)". In de natuur verandert alles vanzelf. Het gras groeit en sterft weer af. De seizoenen komen en gaan. Als mens word je elke dag iets ouder en misschien iets wijzer. Dat zijn voorbeelden van de eerste betekenis van veranderen. Je kunt zeggen dat dat de natuurlijke betekenis van het woord veranderen is.
In de tweede betekenis betekent veranderen dat jij iets of iemand gaat veranderen. Deze manier van veranderen kennen we ook allemaal, privé of in het werk. Vrouwen die graag eigenschappen van hun partner willen veranderen. Managers die het gedrag van medewerkers willen veranderen. Fabrieken die CO2 uitstoten waardoor het klimaat verandert. In de Westerse maatschappij zijn we vooral gewend aan deze betekenis van het woord veranderen.
