Paul Meijers

Auteur Wolters Kluwer crisisbeheersing.

Gepubliceerd op 24-11-2016

Noodverordening

betekenis & definitie

De noodverordening van artikel 176 Gemeentewet is een algemeen verbindend voorschrift voor een onbepaald aantal personen (“een ieder”) in buitengewone omstandigheden.

De noodverordening maakt beperking van bepaalde grondrechten mogelijk, waardoor terughoudend wordt omgegaan met het toepassen van een noodverordening. Zie de beschrijving van het noodbevel. In de praktijk heeft de noodverordening betrekking op bijvoorbeeld ontruimingen van gebouwen en gebieden.

Bij evacuaties is in principe niet toegestaan van de privacy-waarborg uit artikel 10 van de Grondwet af te wijken, maar dit gebeurt in de praktijk wel. Dit betekent concreet dat men een gebied kan evacueren en mensen kan verplichten zich van de openbare weg te verwijderen naar een plek buiten het gebied, maar mensen niet kan verplichten hun huis te verlaten.

Een (individueel) evacuatiebevel (o.b.v. noodbevel) behoort daarmee niet tot de mogelijkheden, omdat dit het woonrecht van burgers uit artikel 10 van de grondwet aantast. In dergelijke gevallen biedt de Wet verplaatsing bevolking wel mogelijkheden. De verordening wordt ingevolge artikel 176, 2e lid Gemeentewet direct na bekendmaking ter kennis gebracht van de gemeenteraad, van de Commissaris van de Koning en van de Hoofdofficier van Justitie.

Zodra de buitengewone omstandigheden die tot de noodverordening noopten zijn opgeheven, dan dient de burgemeester alle voorschriften weer in te trekken (lid 7).

De noodverordening moet door de gemeenteraad worden bekrachtigd. Zolang de raad de noodverordening nog niet bekrachtigd heeft, kan de Commissaris van de Koning de werking van de noodverordening opschorten.