Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Zwemmen

betekenis & definitie

(zwom, heeft en is gezwommen), door geordende bewegingen in het water voortbewegen.

(e) ZWEMSPORT. Bij het dameszwemmen regeren al geruime tijd de zwemsters uit de DDR, op enige afstand gevolgd door die van de VS en Nederland. Bij de heren domineren de Amerikaanse zwemmers sedert de Olympische Spelen van München (1972), toen Mark Spitz zeven gouden medailles won. In de jaren tachtig maakten ondanks de lange serie Amerikaanse successen toch twee niet-Amerikanen de meeste indruk. Vladimir Salnikov uit de USSR behaalde bij de wereldkampioenschappen in 1983 vele titels en vestigde wereldrecords op de 400 m, 800 m en 1500 m vrije slag. Door de Russische boycot ontbrak Salnikov in Los Angeles. Daar was de grote man van het zwemmen de Westduitser Michael Gross, die twee gouden en twee zilveren medailles won en twee wereldrecords verbeterde.

Door de verbetering van de techniek en door een steeds intensievere trainingsarbeid gaan de zwemmers en zwemsters steeds sneller. Vooral bij de dames is de vooruitgang opmerkelijk. Aangezien de Ned. dames altijd op het voorste plan hebben meegedaan, kan de ontwikkeling geïllustreerd worden aan de hand van hun prestaties.

Ada Kok won goud op de Olympische Spelen van Mexico in 1968 op de 200 m vlinderslag in 2 min 24,7 s, een tijd die als zeer snel werd beschouwd. Conny van Bentum veroverde bij de Europese kampioenschappen van 1983 de bronzen medaille met een tijd van 2 min 12,87 s. De legendarische Nel van Vliet verbeterde in 1946 het wereldrecord 100 m schoolslag en bracht het op 1 min 18,2 s. Petra van Staveren won in 1984 Olympisch goud op die afstand met het nieuwe Olympische record van 1 min 9,88 s. Willy den Ouden zwom voor de Tweede Wereldoorlog de 200 m vrije slag in 2 min 29,5 s; Annemarie Verstappen werd in 1982 wereldkampioene met 1 min 59,3 s. Ria Dobber was in 1960 recordhoudster op de 200 m rugslag met de tijd van 2 min 36,2 s en Jolanda de Rover werd in 1984 Olympisch kampioene te Los Angeles met 2 min 12,38 s.

De ontwikkeling kan ook worden afgelezen aan de wereldrecords op de 100 m vrije slag sinds 1912, zie tabel.

Wereldrecords 100 m vrije slag voor dames en die voor heren sedert 1912

jaar dames heren

tijd houdster tijd houder

1912 min s
1 20,6 D. Curwen (Gr.-Br.) min s
1 02,4 K. Bretting (Duitsland)
1924 1 12,2 M. Wehselau (VS) 59,0 J. Weissmuller (VS)
1936 1 04,6 W. den Ouden (Ned.) 56,4 P. Fick
1948 1 04,6 W. den Ouden (Ned.) 55,4 A. Ford (VS)
1960 1 00,2 D. Fraser (Australia) 54,6 J. Devitt (Australia)
1972 58,5 S. Gould (Australia) 51,22 M. Spitz (VS)
1984 54,79 B. Krause (DDR) 49,36 R. Gaines (VS)