Vm. Ned. gemeente in de prov.
Zuid-Holland. Op 1.1.1982 werd Vierpolders bij de gemeente Brielle gevoegd.
Vietnam
(Cong Hoa Xa Hoi Dhoe Nghia Viet Nam), republiek in Zuidoost-Azië, begrensd door China, Laos, Cambodja en de Zuidchinese Zee, 335 767 km2, 54,97 mln. inw. Hoofdstad: Hanoi.
ECONOMIE
De beroepsbevolking bestond in 1981 uit 24,9 mln. personen, waarvan 70 % in de landbouw werkte. Van de oppervlakte is 18 % (6,1 mln. ha) in gebruik bij de akkerbouw; 15 % is weiland en 31 % bos. De belangrijkste landbouwprodukten zijn rijst (13,8 mln. t), suikerriet (4,4 mln. t), zoete aardappelen (1,7 mln. t), rubber (50 000 t), bananen (1 mln. t), kokosnoten (355 000 t, waaruit 40 000 t kopra gemaakt wordt) en thee (25 000 t). De veestapel telt 10,5 mln. varkens, 2,5 mln. buffels, 2 mln. runderen en 197 000 geiten. Per jaar wordt in Vietnam 1 mln. t vis gevangen.
POLITIEK
Begin 1980 overleed president Ton Duk Thang. Hij werd in april opgevolgd door een interim-president, Nguyen Hu Tho. In april 1981 werden verkiezingen gehouden voor de Nationale Vergadering. Partij-ideoloog Truong Tsjinh werd staatshoofd. Pham Van Dong bleef premier. In maart 1982 kwam, na een lange onderbreking, het vijfde congres van de communistische partij (Lao Dong) bijeen. Enkele leden verlieten het Politburo, deels wegens hun hoge leeftijd, zoals generaal Vo Nguyen Giap en de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Nguyen Dui Trinh, deels wegens gebleken incompetentie.
Op economisch gebied werd een zekere mate van liberalisering ingevoerd, maar desondanks bleef de economische situatie zorgwekkend, vooral wat de voedselvoorziening betrof. Hoewel de isolering van Vietnam door de VS een belangrijke oorzaak van de slechte economische situatie was, werd de precaire voedselsituatie mede veroorzaakt door natuurrampen die misoogsten ten gevolge hadden. De slechte financiële toestand van de overheid wordt ook bepaald door de hoge kosten voor de strijdmacht. In verband met de dreiging van een oorlog met China, houdt Vietnam een groot leger op de been, terwijl er bovendien ca. 200 000 man troepen in Cambodja verblijven. Weliswaar trok Vietnam in mei 1983 met veel ophef een (klein) deel van zijn troepen terug. Maar kort daarop werden in stilte nieuwe versterkingen aangevoerd.
De totale Vietnamese troepensterkte in Cambodja is dan ook nauwelijks veranderd. Ook militair verandert er weinig. De in het droge seizoen veroverde gebieden gaan in het regenseizoen weer over in handen van de guerrillastrijders. Tijdens deze gevechten wordt geregeld de grens met Thailand geschonden.
De economische moeilijkheden hadden tot gevolg dat Vietnam in 1981 zijn verplichtingen aan Japanse banken niet meer kon voldoen. Toch vond er, ondanks de sombere economische toestand, in 1982 een lichte verbetering plaats.
Internationaal leeft Vietnam nog steeds in een isolement. De kwestie-Cambodja speelt hierbij een grote rol en heeft Vietnam vervreemd van Thailand en de ASEAN-landen. Met China en de VS bleef de verstandhouding slecht. De VS beschuldigde Vietnam van het gebruik van chemische wapens in Laos en Cambodja. De ongeveer 20000 Vietnamese gastarbeiders in de USSR en andere Oostbloklanden werden door tegenstanders van de regering voorgesteld als dwangarbeiders of verbannen dissidenten. Het betrof jongeren en gedemobiliseerde soldaten die in verband met de hoge werkloosheid in de steden elders werk zochten.
In april 1982 maakte het Internationaal Comité tegen de Zeeroverij te Genève bekend dat er sinds 1975 450 000 Vietnamese bootvluchtelingen zijn vermoord (vooral door Thaise zeerovers) of verdronken en dat er 750 000 veilig aan land gekomen zijn. In okt. 1984 bereikten Vietnam en de VS een akkoord om duizenden kinderen van Vietnamees-Amerikaanse afkomst met hun moeder naar de VS te laten emigreren.
LITT. G.Lewy, America in Vietnam (1979); W.J.Duiker, The communist road to power in Vietnam (1981); T.Hodgkin, Vietnam: the revolutionary patch (1981).
