Belg. kerkgenootschap, ontstaan in 1978 door fusie van een drietal kerken.
In de eerste vijf jaar van haar bestaan moest de Verenigde Protestantse Kerk in België het hoofd bieden aan een aantal problemen, niet zozeer van theologische als wel van organisatorische en financiële aard. Bovendien bleek de tweetaligheid ook in het kerkelijke samenleven een factor te zijn die remmend werkt op de weg naar een nieuwe identiteit. Globaal een derde van de leden is Vlaamsen twee derde Franssprekend. In 1982 richtte de synode zich tot de plaatselijke gemeenten om deze deelgenoot te maken van haar bezorgdheid over de ‘uitbouw en vervolmaking van de nucleaire vernietigingsmacht’. Met protestantse kerken in de nabuurlanden onderhoudt de kerk vruchtbare oecumenische relaties. Haar zendingswerk richt zich op de Afrikaanse staat Rwanda.