Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Saoedi-arabië

betekenis & definitie

(Al Mamlaka al-Arabiah as-Saoediah, het Arabisch Saoedisch Koninkrijk), soeverein koninkrijk op het Arabisch Schiereiland, begrensd door Jordanië, Koeweit, de Perzische Golf, Katar, de Verenigde Arabische Emiraten, Oman, West-Jemen, Oost-Jemen en de Rode Zee, 2 149 690 km2, 9,32 mln. inw. Hoofdstad: Riaadh.

ECONOMIE

De bevolkingscijfers van Saoedi-Arabië zijn weinig betrouwbaar. In ieder geval zijn er meer dan 2 mln. buitenlanders werkzaam, van wie ongeveer de helft uit de twee Jemenitische staten; het overgrote deel van de rest komt uit andere islamitische staten. De totale bevolking van het land neemt gemiddeld per jaar met 3,1 % in aantal toe. Het geboortencijfer bedraagt 44 ‰ en het sterftecijfer 14 ‰.

Het belangrijkste steunpunt van de economie is nog steeds de aardoliewinning (90 % van het BNP). Het land is de derde olieleverancier ter wereld en bezit 25 % van de wereldoliereserves. In 1980 produceerden de bronnen 496 mln. t aardolie met een opbrengst van $ 104,2 mrd. In 1981 werd er 490 mln. t geproduceerd. Saoedi-Arabië is een van de oPEC-landen die naar een beperking van de wereldaardolieproduktie streven om aldus de prijzen op een hoog niveau te houden. Met dit doel werd de produktie in 1982 fors verminderd.

Ook in de jaren daarna bleef de produktie laag. Dat had uiteraard gevolgen voor de begroting. Voor 1984 werd gerekend met een tekort van BF 750 mrd./f 46,6 mrd. Wegens gebrek aan deviezen sloot de nationale luchtvaartmaatschappij in aug. 1984 een contract voor de aankoop van tien Boeings, die met olie zouden worden betaald.

POLITIEK

Onder druk van de grensoorlog tussen Irak en Iran en de gebeurtenissen in Afghanistan bouwde Saoedi-Arabië in snel tempo aan een sterke legermacht. Het kocht Amerikaanse F15-straaljagers en in 1981 ook vijf AWACs-radarvliegtuigen ter versterking van de vier toestellen die de VS al in het land hadden gestationeerd. Op aandringen van Saoedi-Arabië werd in mei 1981 een samenwerkingsverband gevormd van staten die grenzen aan de zuidwestelijke oever van de Perzische Golf: de Samenwerkingsraad van de Golf. Deze raad had zowel een economische als een militaire betekenis. De Saoedische regering ging zich actiever dan tevoren in het Israëlisch-Arabische conflict mengen. De aarzelende steun die het land aanvankelijk aan de Egyptisch-Israëlische toenadering had verleend, werd teruggebracht, maar tot een echte breuk met de Egyptische president Sadat liet koning Khaled het niet komen.

De Saoedi’s bemiddelden o.a. in de zaak van de Syrische raketten in de Libanese Bekaavallei. Toen in dec. 1981 Israël de Golanhoogte annexeerde, steunde Saoedi-Arabië Damascus ten volle. De diplomatieke betrekkingen met Libië werden kort daarop hervat. In zijn hoedanigheid van minister van Buitenlandse Zaken maakte kroonprins Fahd in aug. 1981 een vredesplan bekend. De joodse staat zou impliciet worden erkend, in ruil voor teruggave van de na 1967 geannexeerde gebieden, de ontmanteling van de nederzettingen en het erkennen van een Palestijnse staat, te vormen op de westoever van de Jordaan en in de Gazastrook. Israël wees het plan-Fahd af. De besprekingen op de Arabische top in Fez (nov. 1981) liepen op niets uit, evenmin als latere contacten.

Op 13.6.1982 stierf koning Khaled. Hij werd opgevolgd door zijn jongere halfbroer, kroonprins Fahd. Deze nam ook het premierschap op zich. Prins Abdoellah ibn Abdoel Aziz werd vice-premier en tevens de nieuwe kroonprins. In juni 1983 werd de Libische leider Khadafi met veel eerbetoon door koning Fahd ontvangen, als onderdeel van de Saoedische politiek die erop gericht was de Arabische eenheid en solidariteit te herstellen. In nov. bereikte de minister van Buitenlandse Zaken Saoed al-Feisal in Damascus een principeakkoord ter beëindiging van de strijd rond Tripoli, waar PLO-leider Arafat door PLO-dissidenten werd belegerd.

Een van de punten uit dit akkoord betrof vreedzame onderhandelingen ten einde de eenheid van de PLO te herstellen. Hoewel de Saoedi’s traditioneel zeer discreet te werk gaan, namen zij in 1984 meer dan eens openlijk stelling. Zo maakte het Saoedische persbureau op 2 febr. bekend dat kroonprins Abdoellah ibn Abdoel Aziz tegenover Amerikaanse zakenlieden had verklaard dat zowel de Israëlische als de Amerikaanse troepen zo snel mogelijk uit Libanon moesten verdwijnen. Na het Amerikaanse vertrek speelde Riaadh een bemiddelende rol tussen de Libanese president Amin Gemayel en zijn Syrische collega Assad en droeg Saoedi-Arabië bij tot de hervormingen en de veiligheidsplannen voor Beiroet. Saoedi-Arabië geraakte bovendien steeds meer betrokken bij de oorlog tussen Irak en Iran. Op 5.6.1984 haalden de Saoedi’s een Iraans gevechtsvliegtuig neer en een paar weken later lieten ze weten dat ze ook schepen buiten hun territoriale wateren in bescherming zouden nemen. Om de Iraanse dreiging het hoofd te bieden, kreeg Saoedi-Arabië van de VS 400 Stinger-luchtdoelraketten.