Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Samizdat

betekenis & definitie

[Russ., zelfuitgeverij], v./m., ben. voor de clandestiene litteratuur in de USSR.

(e) De stroom samizdat die het buitenland bereikte, groeide in de jaren zeventig gestaag. Volgens gegevens van het Samizdat Archiv in München belandden er tussen 1968—73 in totaal 1540 litteraire werken en documenten in het westen. Alleen al in 1974 kwamen daar nog eens 455 werken bij. En dit ondanks de verscherpte jacht op verboden manuscripten. Tegen het einde van de jaren zeventig gingen steeds meer ondergrondse manuscripten, tijdschriften, verzamelbundels en almanakken de ronde doen. In 1979 gaf een aantal auteurs in eigen beheer een bundel verhalen uit die niet via de officiële kanalen konden worden gepubliceerd: Metropolj, een almanak met verhalen van 23 schrijvers, onder wie Aksjonov (later geëmigreerd), Voznesenski, Achmadoelina, Bitov, Iskander (Sterrenbeeld Geitegems). Twee jongere, minder bekende schrijvers werden uit de Schrijversbond gestoten, J.Popov en Viktor Jerofejev. Verder horen tot de samizdat-schrijvers: Jevgenija Ginzburg, Venedikt Jerofejev (Moskou op sterk water), Nadjezjda Mandelsjtam (Herinneringen in twee delen), Mratsjaenko (Wat ik zeggen wou en Van Taroesa naar Tsjoena), Sjalamov (Kolyma en Verhalen uit de Goelag Archipel), Tsjoekovskaja (Duik in de diepte, Ontmoetingen met Anna Achmatova en Het verlaten huis), Vladimov (De trouwe Roeslan).

LITT. J.Malzev, Freie Russische Literatur 1955 -80 (z.j.).