Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Radioastronomie

betekenis & definitie

v., tak van de sterrenkunde die de radiogolven bestudeert die men uit het heelal ontvangt.

(e) Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de radioastronomie zich vooral in Groot-Brittannië, Australië, Nederland en de VS snel ontwikkeld. Nederland kreeg in 1970 een uit twaalf 25 m telescopen bestaand instrument in Westerbork. In 1976 kwamen er nog twee telescopen bij, zodat het geheel nu bestaat uit 14 telescopen over een totale basisafstand van 3,5 km. De vier oostelijke telescopen zijn verrijdbaar over rails, waardoor het ‘scheidend vermogen’ van het instrument variabel is (het scheidend vermogen bepaalt hoe klein de details zijn die men aan een radiobron nog kan waarnemen). De techniek van het combineren van verscheidene radiotelescopen, ter vergroting van het scheidend vermogen, noemt men radio-interferometrie. Het streven naar een steeds beter scheidend vermogen is de grote stimulans geweest voor het gebruik van interferometers met een steeds grotere basislengte.

Een voorbeeld hiervan is de in 1981 volledig in bedrijf gekomen Very Large Array (VLA) in New Mexico. Dit instrument bestaat uit 27 telescopen van 25 m diameter, opgesteld in een Y-vorm waarvan de armen een lengte van 21 km hebben. Britse astronomen beschikken sinds 1980 over het systeem MERLIN (Multi Element Radio Linked Interferometer). Het bestaat uit zes telescopen die onderling gekoppeld kunnen worden en aldus basislijnen van 6 km—133 km lengte kunnen vormen.

Bij nog grotere afstanden worden de signalen die door de afzonderlijke antennes worden opgevangen niet meer via kabel- of radioverbindingen verzonden. Men legt ze dan ter plaatse op magneetband vast en voorziet ze van uiterst nauwkeurige tijd- en fasereferenties. Na afloop van de waarnemingen worden de banden gelijktijdig afgelezen, waarbij hetzelfde resultaat wordt bereikt als waren de radiotelescopen door middel van kabels met elkaar verbonden. Deze techniek noemt men de Very Long Baseline Interferometry (VLNI). Zij wordt nu niet alleen gebruikt voor het waarnemen van zeer fijne details in radiobronnen, maar ook voor het zeer nauwkeurig meten van afstandsveranderingen op aarde, zoals bewegingen van de aardkorst, verplaatsingen van de geografische polen en veranderingen in de aardrotatie. De ver verwijderde radiobronnen fungeren hierbij dan als referentiepunten.

In verschillende landen wordt ook gewerkt aan de bouw van radiotelescopen voor waarnemingen in het millimeter- en submillimetergebied, dus in het grensgebied van de radio- en de infraroodstraling. Deze straling wordt vooral uitgezonden door de koude stof- en molecuulwolken in het melkwegstelsel, dus in de gebieden waarvan men aanneemt dat er op grote schaal stervorming plaatsvindt. In Japan werd in 1982 een 45 m telescoop voor millimeterastronomie in gebruik genomen. Frankrijk en de BRD gebruiken sinds 1984 een 30 m telescoop op Pico Veleta in Spanje. Nederland en Groot-Brittannië zullen in 1986 op Mauna Kea (Hawaii) een 15 m telescoop in gebruik nemen.