v., het proces van toenemende penetratie van het politieke leven in andere maatschappelijke deelgebieden.
(e) SPORT. Er zijn nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog idealisten geweest die in weerwil van de bewijzen bleven volhouden dat politiek en sport volledig gescheiden waren. Toch is zeker in de jaren tachtig de onhoudbaarheid van dit standpunt overduidelijk aangetoond. Vele, zo niet alle, landen (b.v. DDR en Zuid-Afrika) gebruiken sportmanifestaties voor propagandadoeleinden en politieke acties. De Olympische Spelen m.n. zijn vrijwel steeds doelwit geweest van politieke acties.
Als grootste sportevenement ter wereld, dat via televisie door ca. 300 mln. mensen wordt gevolgd, vormen zij een ideale demonstratieplaats voor zowel staatshoofden als maatschappelijke en sociale ontevredenen. In 1936 maakte Hitler van de Spelen in Berlijn een nazistische demonstratie. In 1948 werden Duitsland en Japan uitgesloten en trok de USSR haar ploeg terug in het kader van begin van de Koude Oorlog met het westen. In 1956 trok Nederland zich terug van de Spelen in Melbourne in verband met de Russische inval in Hongarije. De Spelen in 1968 in Mexico werden overschaduwd door studentendemonstraties (met doden) en de ‘black power’-groet van donkere Amerikaanse medaillewinnaars. In München doodden Arabische terroristen een aantal Israëliërs en in 1976 trokken de meeste Afrikaanse landen zich terug uit Montreal als protest tegen de sportcontacten van westerse landen met Zuid-Afrika.
De boycot van de Amerikanen - en in hun kielzog wat bondgenoten - van de Spelen in 1980 in Moskou naar aanleiding van de Russische inval in Afghanistan, zou het einde betekenen van de Olympische beweging, zo voorspelden pessimisten. Maar ook de daaropvolgende boycot van de Olympische Spelen in Los Angeles door de Oost- europese landen, raakte de ‘beweging’ niet echt. De Spelen gaan door; het ioc voelt zich zo zeker van zijn zaak, dat zij zelfs niet van plan is de boycottende landen te straffen, of de, politiek gezien weinig gelukkige, keuze van Seoel voor de Zomerspelen van 1988 ongedaan te maken. Soms kan de politisering ook positieve effecten hebben, zo gebruiken Noord- en Zuid-Korea een mogelijk gezamenlijke afvaardiging naar de Olympische Spelen als springplank voor politieke onderhandelingen.