v./m., beschadigingen aan planten door luchtverontreiniging (plantenbeschadiging) op zodanige schaal dat de gevolgen economische schade opleveren.
(e) Men spreekt van plantenschade wanneer opbrengsten van gewassen verminderen. Als aardappels geregeld aan etheen blootstaan, blijkt de oogst te bestaan uit kleine aardappeltjes die niet zijn te verkopen. Tal van bloemen, zoals freesia’s, tulpen en gladiolen, zijn gevoelig voor luchtverontreiniging. Beschadigingen aan bloemen kunnen voor telers belangrijke verliesposten opleveren. Raming daarvan is echter moeilijk. Ca.1950 kwamen veel bladverbrandingen voor bij tulpen en gladiolen in de buurt van Beverwijk.
Deze verbrandingen werden veroorzaakt door waterstoffluoride afkomstig van de industrie. De schade liep in de tonnen. Nadat de industrie maatregelen tegen de fluoride-uitworp had genomen, nam verdere schade af. De economische schade als gevolg van de bossterfte wordt in de BRD geschat op DM 3 mrd. per jaar. Een vorm van indirecte schade is opbrengst vermindering, doordat deeltjes in de atmosfeer en op glas van kassen licht wegnemen, waardoor gewassen langzamer groeien.
