[Fr.], o. veel gespeelde variant van het jeu de boules (zie aldaar).
(e) Bij het pétanque komt het erop aan zijn eigen twee metalen ballen zo dicht mogelijk bij een klein houten doelballetje of cochonnet te gooien. De metalen ballen wegen 620-800 g. Het doelballetje, dat een diameter van 25-35 mm mag hebben, wordt door de eerste speler gegooid. Het spel wordt individueel gespeeld of met ploegen van twee spelers (doublettes) of van drie (triplettes). Elke speler of ploeg tracht zoveel mogelijk ballen bij het doelballetje te krijgen, want men krijgt één punt voor elke bal die dichter bij het doelballetje ligt dan de eerste bal van de tegenstanders). Wie het eerst 13 (of 15) punten haalt, wint de wedstrijd.
Het spel zou al in de oudheid gespeeld zijn, maar algemeen wordt aangenomen dat het in het zuiden van Frankrijk in het begin van deze eeuw populair is geworden. Pétanque is verwant met het jeu provençal (Provençaals spel), dat op dezelfde manier maar op een kleiner terrein wordt gespeeld. Het pétanqueterrein is 3-4 m bij 12 m. Het spel wordt zowel op openbare pleinen, in straten als in de tuin gespeeld. In georganiseerde competities, gespeeld onder de hoede van de internationale bond, de Fédération Internationale de Pétanque et Jeu Provençal, zorgen de deelnemende ploegen voor specialisten in hun rangen zoals pointeurs, spelers die de bal dicht bij het doelballetje kunnen werpen, en tireurs, spelers die met een goedgemikte worp ballen van tegenstanders kunnen doen wegspringen. Jaarlijks wordt ook een wereldkampioenschap georganiseerd.
