Belg. politieke partij, op 19.5.1979 ontstaan door de fusie van de Parti pour la Réforme et la Liberté de Wallonië (PRLW en de Brusselse Parti libéral. Jean Gol werd tot voorzitter gekozen.
De PRL trad toe tot het derde kabinet-Martens (mei-okt. 1980), maar kwam daarna weer in de oppositiebanken terecht. Van daaruit pleitte de partij o.a. tegen de regionalisering van de staalindustrie. Tegelijk werd samenwerking gezocht met de eveneens liberale Vlaamse PVV. Beide partijen behaalden bij de parlementsverkiezingen van nov. 1981 een aanzienlijke winst. Vergeleken met de verkiezingen van 1978 won de PRL negen zetels winst, vooral ten nadele van de PSC. De partij trad toe tot het vijfde kabinet-Martens.
Gol werd vice-premier en minister van Justitie. In zijn plaats werd L.Michel interimvoorzitter van de partij. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van okt. 1982 werd de opgaande lijn niet voortgezet, maar vooral in Brussel werden niettemin goede resultaten geboekt. Aanzienlijke winst was er wel weer bij de Europese verkiezingen van juni 1984. De partij haalde ruim 20 % van de stemmen en steeg van twee naar drie zetels. Een groot deel hiervan was echter afkomstig van de 92 000 voorkeursstemmen die de onafhankelijke Roger Nols wist te verzamelen. Nols werd vooral bekend door zijn tegen Vlaamssprekenden en tegen buitenlanders gerichte optreden.