Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Namibië

betekenis & definitie

(ook: Zuidwest-Afrika), door Zuid-Afrika bezet gehouden trustgebied van de VN, begrensd door Angola, Botswana, Zuid-Afrika en Zambia, 823145 km2 (exclusief het gebied van Walvisbaai, 1124 km2, een exclave van de Kaapprovincie door Namibië bestuurd), 1 mln. inw. Hoofdstad: Windhoek.

ECONOMIE

De bevolking, die voor 76 % uit Afrikanen en voor 7,5 % uit blanken bestaat, neemt met 2,8 % per jaar toe. De geboortencoëfficiënt bedraagt 44 ‰ en de sterftecoëfficiënt 17 ‰. De beroepsbevolking telt 323 000 personen, waarvan 49 % in de landbouw werkt. Slechts 0,8 % van de oppervlakte is in gebruik voor de akkerbouw, voornamelijk in het noorden van het land. 64 % van de oppervlakte wordt benut voor veeteelt. De veestapel omvat 1,7 mln. runderen, 4,5 mln. schapen en 2 mln. geiten.

Voor Namibië strekt zich in de Atlantische Oceaan een van ’s werelds rijkste visgebieden uit. Het is daarom niet verwonderlijk dat 21 % van de exportwaarde uit visprodukten bestaat. De visserij kreeg aan het eind van de jaren zeventig veel te lijden door het verdwijnen van de sardine. In 1975 werd nog 545 000 t van deze vis gevangen; in 1980 was dat nog maar 10000 t. In 1980 bedroeg de totale visvangst 213 000 t. De mijnbouw (50 % van het BNP) levert veel non-ferrometalen: zink (39 000 t), lood (40 000 t), koper (37 000 t), tin (1200 t), vanadium, cadmium en uraan (3692 t). Het bekendste produkt is diamant; met 1,9 mln. karaat is Namibië de 6e wereldproducent.

POLITIEK

De voor het najaar van 1979 aangekondigde verkiezingen onder VN-toezicht vonden niet plaats, omdat Zuid-Afrika vooraf een herziening eiste van de status van de bevrijdingsbeweging SWAPO, die door de VN is erkend als enige vertegenwoordiger van het Namibische volk. Hoewel de SWAPO eigenlijk alleen met de Zuidafrikanen wilde onderhandelen, werd uiteindelijk toch besloten om vertegenwoordigers van de Democratische Turnhalle Alliantie (DTA), een door blanken gedomineerde Namibische partij, bij de contacten te betrekken. Inleidende gesprekken te Genève in jan. 1981 liepen op niets uit. Met de overwinning van de zwarte rebellen bij de verkiezingen in Rhodesia (mrt. 1980) voor ogen voerde Zuid-Afrika een vertragingstactiek, met het oog op een verdere versterking van de DTA en een verzwakking van de SWAPO. Naast een Nationale Vergadering kwam op 1.6.1980 ook een DTA-regering tot stand, die onder leiding stond van Dirk Mudge.

Zuid-Afrika hield echter de touwtjes in handen en de contactgroep van westerse landen (de VS, Canada, Frankrijk, Groot-Brittannië en de BRD) reageerde negatief. Zuid-Afrika intensiveerde zijn militaire acties tegen Angola, wat herhaaldelijk op regelrechte invasies uitliep. Zuid-Afrika probeerde een niemandsland te creëren, waarbinnen de Angolese verzetsbeweging UNITA vrij spel zou krijgen tegen de SWAPO en de Angolese MPLA-regering. In de loop van 1982 en het voorjaar van 1983 kwamen er dan toch onderhandelingen tussen Angola en Zuid-Afrika, die een koppeling van de regeling van het probleem-Namibië aan het vertrek van de Cubaanse troepen uit Angola (de Zuidafrikaanse eis) niet leken uit te sluiten. Een door de VN in april 1983 te Parijs georganiseerde conferentie over de kwestie-Namibië eindigde zonder veel resultaat. In nov. 1983 stelde Nigeria voor, de Cubaanse troepen in Angola te vervangen door een multinationale troepenmacht om zo de impasse inzake de onafhankelijkheid van Namibië te doorbreken.

In dec. van dat jaar trok Frankrijk zich uit de contactgroep van westerse landen terug, omdat de groep van geen nut meer kon zijn. De ontwikkelingen in de buitenlandse politiek van Zuid-Afrika in 1984 hadden ook gevolgen voor Namibië. Op 16.2.1984 kwamen Zuid-Afrika en Angola in Lusaka overeen dat Zuid-Afrika zijn troepen uit Angola zou terugtrekken, terwijl Angola de ondersteuning van de SWAPO zou beëindigen. Een maand later volgde in Nkomati een overeenkomst tussen Zuid-Afrika en Mozambique. De verzetsbewegingen in eikaars landen zouden niet langer worden gesteund. Bovendien vergrootte Zuid-Afrika zijn economische hulp aan Mozambique.

Ook Swaziland kondigde een dergelijke overeenkomst met Zuid-Afrika aan. De Zuidafrikaanse initiatieven kwamen vooral voort uit de economische problemen van het land, waardoor de militaire inspanningen moesten worden beperkt.

LITT. G. Tötemeyer, Namibia old and new (1979); R.H.Green en K.Kiljunen (red.), Namibië: the last colony (1982); J.Ya-Otto, Frontlijn Namibië (1982).