Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Liechtenstein

betekenis & definitie

(Fürstentum Liechtenstein), soeverein vorstendom, begrensd door Oostenrijk en Zwitserland, 160 km2; 27 000 inw. Hoofdstad: Vaduz.

POLITIEK

In 1976 werd het kiesrecht voor vrouwen op gemeentelijk niveau mogelijk wanneer de gemeente zoiets besliste. Nog datzelfde jaar was dat in Vaduz het geval. In 1978 vond bij de verkiezingen een meerderheidswisseling plaats, waarbij de Vaterländische Union (VU) een zetel op de Fortschrittliche Bürgerpartei (FBP) veroverde. Hans Brunhart (VU) volgde Walter Kieber als premier op. In 1980 kwam, mede onder druk van Zwitserland, een nieuwe belastingwetgeving tot stand, waardoor Liechtenstein zijn faam als belastingparadijs verloor. In dec. nam de landdag een regeringsvoorstel aan inzake de afremming van verdere immigratie (ca. 30 % van de bevolking is buitenlander).

In sept. 1983 besloot de regering de vrije vestigingsovereenkomst met Zwitserland gedeeltelijk op te schorten. Het hoofdthema van de parlementaire verkiezingen van febr. 1982 was dan ook de in het bijzonder de Zwitsers. De verkiezingen bezorgden de VU 53,5 % van de stemmen en acht van de 15 zetels in de landdag. De FBP moest met de rest genoegen nemen. In zijn troonrede van 31.3.1982 hield vorst Franz Josef II een pleidooi voor de instelling van een algemene inkomstenbelasting, de afschaffing van de doodstraf en de invoering van het vrouwenstemrecht. Karlheinz Ritter van de VU werd voorzitter van de landdag voor de periode 1982-86.

In april 1982 werd een nieuwe regering gevormd zonder noemenswaardige wijzigingen; de beide conservatieve partijen delen de politieke macht al sinds 1938. Brunhart werd opnieuw premier. Eind april 1982 besloot het hooggerechtshof het kiesrecht voor vrouwen, dat in vorige referendums telkens was afgewezen, geen doorgang te laten vinden. Op 1.7.1984 sprak 51,3 % van de mannen van Liechtenstein zich uit voor stemrecht voor vrouwen. Op 26.8.1984 droeg Franz Josef n zijn taken over aan zijn zoon Hans Adam; formeel bleef hij staatshoofd van het vorstendom.