Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Lesotho

betekenis & definitie

(tot 1966 Basoetoland), koninkrijk, omgeven door de republiek Zuid-Afrika, 30 344 km2, 1,37 mln. inw. Hoofdstad: Maseru.

ECONOMIE

De geboortencoëfficiënt van Lesotho is gedaald tot 35,7 ‰ en de sterftecoëfficiënt tot 14,5 ‰. Van de beroepsbevolking van 703 000 personen werkt 84 % in de landbouw. Een groot deel van dit werk wordt verricht door vrouwen, daar 40 % van de mannelijke beroepsbevolking werkzaam is in Zuid-Afrika. Belangrijk bestaansmiddel is de veeteelt (1,1 mln. schapen). Wol maakte aanvankelijk 50 % van de totale export uit. Vanaf 1977 nam het belang van de diamantwinning toe. In 1977 werden 15 000 karaat gewonnen, in 1980 was die hoeveelheid al opgelopen tot 105 000 karaat (60 % van de totale export).

POLITIEK

Toen Lesotho weigerde de onafhankelijkheid van het Zuidafrikaanse thuisland Transkei (1976) te erkennen, sloot de regering van Transkei de 160 km lange grens met Lesotho en voerde het na de heropening strenge grensbepalingen in (1978). Dit leidde in Lesotho tot voedseltekort en ernstige economische moeilijkheden.

Begin 1977 trad het land toe tot de frontlijnstaten (Botswana, Angola, Mozambique, Zambia en Tanzania) die het blanke regime in Zimbabwe-Rhodesië bestreden. Voorts werd en wordt de buitenlandse politiek gekenmerkt door een opvallende openheid ten aanzien van de socialistische landen, waaronder China, Joegoslavië en Mozambique.

De Basotho Congress Party (BCP), de linkse oppositiepartij die in 1970 door premier Leaboea Jonathan buiten de wet werd gesteld toen zij de verkiezingen dreigde te winnen, startte in 1979 met een gewapende vleugel, de Lesotho Liberation Army (LLA). Jonathan beschuldigde Zuid-Afrika ervan de LLA te steunen, al werd dit door de BCP ontkend. Gesprekken met de Zuidafrikaanse premier P.W.Botha losten het probleem van de guerrilla niet op, evenmin als een algemene amnestie in 1980. In 1981 voerde de LLA bomaanslagen uit op de enige petroleumopslagplaats van het land, op regeringsgebouwen en op politieke medestanders van Jonathan. De politie vermoordde daarop een aantal oppositiefiguren. Op 9.12.1982 voerden Zuidafrikaanse commando’s een raid uit in de hoofdstad Maseru en doodden er tientallen vluchtelingen van Zuidafrikaanse afkomst, die volgens Pretoria lid waren van het verboden African National Congress, de belangrijkste Zuidafrikaanse bevrijdingsbeweging.